GEHOORSTOORNISSEN
Hoortraining en/of spraakafzien kan een aanvulling zijn op een hoortoestel of cochleair implantaat om de communicatie te verbeteren. Via hoortraining leren we de slechthorende zijn restgehoor in combinatie met hoorhulpmiddelen optimaal te gebruiken. Hiervoor worden oefeningen volgens de principes van de luisterkubus gehanteerd. Ook spraakafzien (liplezen) kan helpen om het spraakverstaan te optimaliseren.
Bij kinderen met een aangeboren slechthorendheid wordt ook de taal- en spraakontwikkeling beïnvloed. Tijdens de logopedische therapie wordt aandacht besteed aan een mogelijke taalachterstand, het aanleren van een correcte uitspraak, hoortraining en spraakafzien.
VROEGBEHANDELING
Jonge kinderen van 0-4 jaar die problemen hebben met de vroege communicatie kunnen hier terecht voor stimulatie van de basiscommunicatie om zo uiteindelijk de taalontwikkeling op gang te brengen.
Deze therapie gebeurt voor het beste resultaat samen met de ouders zodat zij de tips & tricks leren toepassen bij hun kind en zelf de transfer naar thuissituaties maken.
TAALSTOORNISSEN
Onder taalstoornissen vallen een vertraagde taalontwikkeling op vlak van taalproductie en/of taalbegrip of verworven taalstoornissen na een niet-aangeboren hersenletsel.
Taal bestaat uit heel wat domeinen, zoals de taalvorm, de taalinhoud en het taalgebruik.
Via een taaltest wordt onderzocht in welke domeinen er moeilijkheden zijn. Hieraan wordt gewerkt tijdens de logopedische therapie.
SPRAAKSTOORNISSEN
Bij een articulatiestoornis treedt er een vertraging van de spraakontwikkeling tegenover leeftijdsgenoten op. Dit kan zowel een fonetische of een fonologische articulatiestoornis zijn.
Wanneer een kind een klank niet correct of vervormd uitspreekt, spreekt men van een fonetische articulatiestoornis.
Wanneer een kind vereenvoudigingsprocessen in de spraak toepast die normaal op een bepaalde leeftijd zouden verdwenen moeten zijn, is er sprake van een fonologische articulatiestoornis.
LEERSTOORNISSEN
Leerstoornissen komen voor bij 5 à 10 % van de kinderen. Bij deze kinderen kan de verklaring van de problemen niet gevonden worden bij andere oorzaken, zoals problemen op vlak van intelligentie, gedrag en aandacht of tekorten op vlak van zicht of gehoor.
Kinderen met hardnekkige leerstoornissen op vlak van lezen (dyslexie), spelling (dysorthografie) en/of rekenen (dyscalculie) kunnen in de praktijk terecht voor een onderzoek en behandeling op maat. Er kan ook advies gegeven worden naar hulpmiddelen die in de klas kunnen worden ingezet.
NEUROLOGISCHE TAALSTOORNISSEN
Neurologische taalstoornissen zijn taalstoornissen ten gevolge van een niet-aangeboren hersenletsel. Afasie is bijvoorbeeld een taalstoornis door een hersenletsel die het spreken, begrijpen, lezen en/of schrijven kan verstoren. Het denkvermogen is normaal gezien niet verstoord. Vaak ligt de oorzaak bij een stoornis in de bloedvoorziening van de hersenen. In de praktijk staan we in voor de behandeling van neurologische taalstoornissen tijdens de revalidatie in de thuissetting of in de praktijk zelf.